Zults dialect uit 1969

Z_Ugent_2015_JV_Zulte

Zultenaren Jules (°1902) en Maurice (°1912), vlasbewerker en landbouwer, vertellen over werken in het vlas en over allerlei ander werk. Ook in de Eerste Wereldoorlog moest er werk uitgevoerd worden. Ze vertellen over het verbergen van hun bezigheden voor de Duitsers; over een schuilkelder die ze zelf maakten en over de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Hierna volgt een overzicht van de inhoud van dit fragment, in tijd afgebakend:

0:00 - Werken in het vlas. Moest al van zodra de plechtige communie erop zat. Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog was het echter afgelopen met vlas; dan werd er gesmokkeld, o.a. tarwe en hout.

8:39 - bevroren Leie. In 1917 lag de Leie 7 weken dichtgevroren; mensen reden er over met karren vol bieten.

14:01 - Doortocht van de Duitsers. In 1918 gingen de Duitsers "doorkomen"; men vertelt over een schuilkelder (onderstand) die ze maakten onder een hooiopper en waar ze met 62 in zaten.

19:33 - seizoensarbeid. Eén van de informanten heeft nog 2 jaar in Frankrijk gewerkt als seizoenarbeider in de bieten; daarna is hij toch weer in het vlas gaan werken tot de oorlog 40-45.

20:47 - Wereldoorlog 2. Eén informant vertelt over wat hij zoal deed tijdens de oorlog (allerlei activiteiten en op allerlei plaatsen) en welke bedreigingen er allemaal bestonden.

27:50 - Werk na de oorlog. Eén informant werkte dan opnieuw in het vlas en daarna op het kasteel waar hij 12 jaar werkte; in de bietentijd ging hij telkens naar Wallonië in de bieten werken.

35:40 - Lucien Buysse. Eén van de informanten kon goed fietsen; hij is nog een keer achter Lucien Buysse naar Gent gereden zonder dat hij wist dat hij het was; hij was wel ’t herte af (‘uitgeput’) toen hij aan de Sterre kwam.
tape
3 december 1969